Goede Vrijdag 2 april in de Maartenskerk

Stilte

Openingslied: Lied 140: 1, 2 (allen staan)

Bescherm mij, HEER, behoed mijn leven,
dat door geweld wordt overmand.
Bedwing hen die naar onrecht streven,
wier strijdlust elke dag ontbrandt.

Bescherm mij en bewaar mijn gangen.
Als adders spuwen zij venijn.
Hun tong is scherp als die van slangen.
Laat mij bij U geborgen zijn.

Gebed van Goede Vrijdag
v … vandaag en tot het einde van onze dagen …
a Amen.

Vervolg openingslied: Lied 140: 8

Ik weet: de Heer zal vonnis wijzen;
’t verdrukte volk wordt opgericht.
In recht hersteld zal het Hem prijzen
en wonen voor zijn aangezicht.

(allen gaan zitten)

De Passie-lezingen (stemmenspel met de vertaling van de Basisbijbel)

Johannes 18: 1 – 11

Korte improvisatie Lied 538

Johannes 18: 12 – 27

Korte improvisatie Lied 576a

Johannes 18: 28 – 19: 3

Korte improvisatie Lied 576a

Johannes 19: 4 – 19: 16

Korte improvisatie: Lied 587

Johannes 19: 17-30

De Paaskaars wordt gedoofd

Johannes 19: 31-37

(stilte)

De gebeden van Goede Vrijdag

Johannes 19: 38-42

Slotzang: Lied 590 (allen staan)

Nu valt de nacht.
Het is volbracht:
de Heer heeft heel zijn leven
voor het menselijk geslacht
in Gods hand gegeven.

De wereld gaf
Hem slechts een graf,
zijn wonen was Hem zwerven;
al zijn onschuld werd Hem straf
en zijn leven sterven.

’t Is goed, o Heer,
Gij hoeft de eer
van God niet meer te staven.
Leggen wij ons bij U neer,
in uw dood begraven.

Hoe slaapt Gij nu,
die men zo ruw
aan ’t kruishout heeft gehangen.
Starre rotsen houden U,
rots des heils, gevangen.

Hoe wonderlijk,
uitzonderlijk
een sabbat is gekomen:
eens voor al heeft Hij het juk
van ons afgenomen.